woensdag 11 november 2009

Librarian 2.0: wil de echte bibliothecaris nu opstaan?

The mist of time

Helder. Dat is een woord waar Nederlanders nogal van houden. Vlamingen hebben meer moeite met dat woord, ze zijn minder ‘recht door zee’.
En helder is een begrip als ‘Bibliotheek 2.0’ nog niet echt. Niet voor believers, en ook niet voor non-believers. Met als gevolg dat compleet in tegenstelling tot het concept ervan de ‘omgekeerde Copernicaanse revolutie’ (zie verder) binnen de bibliotheek in een niet-aanvalszone is terechtgekomen omdat niemand precies weet waarover men praat. Algemene principes worden uitgezet en test-cases opgestart (proficiat Kalmthout voor je lichtend voorbeeld!), maar meer algemeen dringen meer de principes van ‘Bibliotheek 2.0’ in het bibliotheekweefsel door dan de praktische toepassingen ervan. De nieuwe bibliohteekchefs staan met andere woorden nog niet aan het fornuis.

‘Omgekeerde Copernicaanse revolutie’?

De zon bewees Copernicus is het midden van het zonnestelsel en de planeten draaien eromheen. Helder. Dat stond tegenover het geocentrische wereldbeeld waar de mens en de aarde geacht worden het centrum van het heelal te vormen. Bibliothecarissen zijn nog veelal aanhangers van het Copernicaanse beeld (wat wetenschappelijk juist bleek te zijn). Laat de mensen maar naar de bibliotheek komen. Jan Klerk (Jan tweepuntnul) verwoordt de tegenbeweging als volgt: ‘Mijn stellige overtuiging is dat je veel kunt winnen door met je diensten naar die plekken toe te gaan waar de gebruikers zitten in plaats van te wachten tot ze naar jou toekomen’. En hij voegt er aan toe dat ‘… de bibliotheeksector veel laat liggen en … ‘De bibliotheek heeft alles in huis om op die ontwikkeling (naar Bibliotheek 2.0, red.) in te springen, maar laat dat vooralsnog na.’ (Bibliotheekblad 4, 2008)

United we stand

Mondiaal gesproken hebben bibliotheken al een hele weg afgelegd op weg naar het concept ‘Librarian 2.0’. Getuige mijn onderzoekingen in ‘LibWorm’ die 186668 hits opleverde.


Mother and child reunion

Toeval wil dat uitgerekend vandaag 11 november (herdenkingsdag van het einde van de Eerste Wereldoorlog) volgend liedje van Paul Simon mijn aandacht trok: ‘No I would not give you false hope On this strange and mournful day But the mother and child reunionIs only a motion away’. Een ‘mournful day’ zeker, 11 november namelijk. Maar over welke ‘Mother and child reunion’ gaat het hier? Het oude en het nieuwe bibliotheekdenken, Coperinicaans of Post-Copernicaans? Of om de convergentie tussen Web 2.0 en Library 2.0?
Niet echt evident dat laatste, zo bleek uit het artikel dat ik las en hier even wil bespreken: ‘Librarian 2.0 and the New Librarianship’ waarin de schrijver (Allan Cho) volgende anekdote belicht: ‘In 2007 Wikipedia has put Library 2.0 on probation as it did not view Library 2.0 as a legitimate concept’.
Valse start dus.
Over deze valse start geeft Cho ook nog enkele leuke details vrij. De term werd ‘uitgevonden’ door Michael Casey in 2005 die de twee termen ‘Business 2.0 en Web 2.0’ mengde.
Het begrip bekwam wereldwijde bekendheid door een publicatie in ‘Library Journal’ ‘Library 2.0: Service for the mext-generation library’ datzelfde jaar.

Bron afbeelding: http://www.cartoonstock.com/lowres/aba0779l.jpg

Ter plaatse rust

Cho legt verder uit wat ‘Bibliotheek 2.0’ verder inhoudt: ‘de gebruiker brengt ‘content en community’ in de bibliotheek, en webomgevingen worden in veel gevallen via content management systemen door bibliotheken beheerd en het is de gebruiker die de informatiestroom inbrengt.
User-centred dus gebruikersgericht , een visie die perfect past in de door bibliotheken toegepast marketingmix. De marketingmix zijnde de marktinstrumenten waarmee de bibliotheek de markt bewerkt dienen ook als gebruikersgericht te worden gezien. De producten zijn immers de ‘customer needs’, de prijs is precies de ‘cost to the consumer’, de plaats is de ‘convenience’ , de promotie is de ‘communication’ en het personeel ‘de customer care’. Allemaal elementen voor een user-oriented biblitoheekbeleid.
Bibliotheek 2.0 en marketing zijn dus nauw verweven, in zover dat de twee zouden kunnen schuilen onder een nieuwe hoedje, namelijk e-marketing (bekend is dat marketing zoveel meer is dan alleen maar promotie maken).
Jan Klerk (zie hoger) stelt het enigszins lapidair als volgt’ Als je gewend bent om snel een paar zoektermen in te vullen bij Google en dan je antwoord te krijgen, ga je niet in zo’n onhandige database neuzen’. En dat is het precies: ‘We gaan de boot missen als we zo door gaan’ stelt hij. Cho is iets genuanceerder: ‘ While Library 2.0 is still an evolving concept, it nonetheless is a necessary development that encourages both users and libraries to reposition themselves and their ideas about how a library functions. It ultimately helps libraries to grow and develop as a significant cultural institution for society’.

We zijn dus op de goede weg!

maandag 9 november 2009

Frankwatching: Web 2.0 inc.

Frankwatching (www.frankwatching.com) omschrijft zichzelf als een onafhankelijk online magazine over digitale trends, events, startups en tips & tricks.Het is niet zomaar een blog maar je krijgt er het nieuws heet van de naald van alles wat zich in het digitale domein afspeelt. Abonneren is simpel.

De opiniestukken worden verzorgd door onafhankelijke experts.De artikels snel opnemen in je persoonlijke omgeving of sociaal delen, het kan met een simpele druk op de knop.

Een tagcloud maakt je snel duidelijk welke items het meest worden gezocht:

Toegegeven: Frankwatching is niet vrij van reclame, maar de actualiteitswaarde en de diepgang van de bijdragen maken veel goed.Je verbindt ook zo door naar alle sociale netwerksites:

De artikels worden zeer nauwgezet geanalyseerd en getagd. Allemaal prima en heel professioneel. Je kan stemmen op het artikel of een commentaar leveren. Alles wordt netjes in cijfers omgezet, zoveel stemmers, zoveel commentaren en in iconen gegoten. Handig en overzichtelijk. Ook krijg je telkens een waardevol overzicht van 'gerelateerde artikelen'.

Alles is opgenomen in een nette vormgeving, heel consistent opgebouwd, met ingebed meestal de nodige slidshares of filmpjes. Ook een kort CV van de occasionele medewerker ontbreekt niet.

Wat wil een mens nog meer?

Sociale bibliotheekcatalogi: opgelijst of ingelijst?

If you can’t beat them, join them

Een catalogus werd tot nog toe vaak beschouwd als een noodzakelijk kwaad. De catalogus was als een soort toegangspoort waar de gemiddelde gebruiker het liefst aan voorbij liep., een instrument dat als eerste nut had het bestaansrecht van de catalograaf of bibliotheekbediende te bewijzen. Alleen in het geval van erge nood gebruikte men hem.
En toen kwam de internetrevolutie op gang en werd zoeken weer gewoon. De fysieke werkelijkheid achter de dingen was immers het makkelijkst via de zoekvraag te bereiken.Google had dit het best doorzien (door het ontwikkelen van geniale algoritmen achter de zoekvraag) en werd precies door de eenvoud van interface mondiaal marktleider, de zoekmachine bij uitstek.
Yahoo dat voor indexering toch beroep deed op de communtity (indexering door mensen) werd prompt uit de markt geduwd.



Wel was Google zo slim niet het kind met het badwater weg te gooien. De directory boomstructuur die zoeken op meer bibliotheekkundige basis (links gerangschikt per onderwerp) mogelijk maakt werd door de Googlemensen slim gekoppeld aan wat de opensource gigant ‘DMOZ’ ontwikkeld had.
In essentie hebben http://dir.google.com/ en http://dmoz.be/ dezelfde structuur.Met andere woorden: de opensource beweging (mensen aan de computers die indexeren in dit geval) verhoogt mee de zoekefficiëntie binnen het www.
En wordt het internet niet ‘de grootste bibliotheek ter wereld genoemd’?


Men kan ook stellen dat het sociale aspect (het feit dat mensen zich in een internetomgeving überhaupt aan het taggen en indexeren zetten) onlosmakelijk verbonden is met het medium.Mensen willen hun menigen delen en hoe sociaal ook, enig eigenbelang is hier meestal niet ver weg. Wie is er graag ‘de roepende inde woestijn?’

Ook bibliothecarissen is dit uiteraard niet ontgaan en zij gingen zelf als ‘redacteurs’ aan de slag om sites te ontwerpen als http://www.ipl.org/



Sopac of Soap-ac

Het inbrengen van ‘soap-elementen’ (sociale tools als Facebook, Twitter, enz.) in een catalogusomgeving blijf ik even een vreemde eend in de bijt vinden. Het heeft mijns insziens iets van het uitwisselen van kladschriftjes. Niet dat er iets op tegen is je mening over een publicatie met de rest van de wereld te delen, maar begrijpt de rest van de wereld wel waar je het over hebt? Soms wordt de mening dan ingesausd in een pseudo-academisch discours (een Soap-ac) want het is als student toch in om Web 2.0 –minded te zijn. Allemaal niks op tegen, alleen lijkt het mij niet evident dat onze openbare bibliotheek daar veel lezers mee bereikt.

Met stip

Ronduit schitterende tools daarentegen zijn de technieken die in Aquabrowser en Worldcat worden aangeboden. De bibliotheken die hun catalogus ter beschikken stellen van iedere potentiële participant doen hier mijns insziens schitterend werk. De wereld ligt op je desktop en een schitterende ‘relevancy ranking’ scheidt het kaf van het koren.
Wil een bibliotheek zijn catalogus ‘opleuken’ dan is een koppeling met gelijk welk Web 2.0-element so-wie-so een meerwaarde, wat dan ook de intrinsieke bijdrage van de consulterende participant moge zijn. Daardoor is het dus een beetje dubbel, maar leuk is het wel!

De wereld een speeltuin

Zoekwidgets verhogen de doorzoekbaarheid van je catalogus ‘at any place or time’ natuurlijk wel. Maar je moet ze verkocht krijgen. Ik ben een grote fan!
Ook vind ik het fijn mijn eigen lijstjes ter beschikking te hebben waar en wanneeer ik wil.


Heel leuk vind ik ook dat de indeling tussen de materialen quasi wegvalt en dat je zomaar ‘hopt’ van de enige catalogus in de andere.

dinsdag 3 november 2009

Library Thing: if you could read my mind


Get lost


Mixed emotions, dat is wat je krijgt bij Library Thing.
Schitterend hoor dat je in die grote bibliotheekcatalogi kan gaan neuzen en met zoveel in boeken geïnteresseerde mensen in contact kan komen met enkele simpele klikken, maar toch… lijkt het me soms alsof je met een vergrootglas naar een berg staat te kijken. Het totale plaatje is vaak weg.
Dat is niet de fout van Library Thing maar wie houdt bij zoveel schoonheid het hoofd koel?
Als je dan een koele kikker bent , dan is Library Thing het sprookje waar je in verdwaalt.

'Elk bereikt doel is weer het begin van een nieuwe weg, en zo tot in het oneindige’, schreef Schopenauer en zo voelt het ook aan, elke zoektocht is een beetje kleitrappen.
Zoals je geladen met vele boektitels in je hoofd een boekhandel binnenkomt en door het overaanbod je focus verlegt en door de afleiding niet meer weet wat je eigenlijk zoeken wilde. Dat lijkt me het gevaar.

Maar wie zeurt er om een luxeprobleem? Het magere resultaat van even leuk brainstormen vind je op http://www.librarything.nl/catalog/time_less. Ook hier sta je weer wat troosteloos naar je eigen verzameling te kijken.
‘Is dat alles?’zingt ‘Doe maar’ maar ook ‘We zijn nu net een stuk in 13 delen, aan het einde zijn we allemaal de klos …en leven trouw het leven van zovelen, ik wil iets meer, ik wil een beetje los’.
Het is dus een beetje vissen in een zee en niet weten waar de beste plekjes zijn of je aas vergeten, of niet over de juiste hengel beschikken.Het is als pootjebaden in de zee van andermans gedachten. ‘Te warm, te koud’, Daikin doet hier niets terzake. Oh ja, je hengelt naar het juiste ‘aasvoer’ (tags) een techniek om telkens met een volle lading binnen te varen , maar helaas is het vaak niet meer dan ‘dum tek tek’ (of dom ‘tech, tech’ of domweg ‘tag, tag’ als je zo wil), een slag in het water dus. Maar door oefenen en ervaring word je sterker!



All along the watchtower

‘Bibliotheken zijn geen eilandjes meer die allemaal zelf het wiel moeten uitvinden.’schreef Anton de Wit (Bibliotheekblad 14, 2009) . Een terechte opmerking.
Hier kan een tool als ‘Library Thing’ (the name says it all!) een nuttig instrument zijn. Nuttig voor collectievorming, tagging, data-import , maar vooral ‘social connecting’.
De eenzame biblitohecaris zoekt ‘all along the watchtower’ vaak een oplossing voor een beroep dat Carmiggeltiaans als 'tussen twee stoelen’ kan worden beschreven.
In de Nederlandse visietekst ‘Digitalisering vergt nieuwe invulling missie openbare bibliotheek’ stelt men klaar en duidelijk: ‘Bovendien zijn informatie en cultuur steeds vaker online beschikbaar. In die situatie raken mensen er ook steeds meer aan gewend om zelf te zoeken naar en ordening aan te brengen in ‘content’ (boeken, muziek, films, informatie). De ordening die de bibliotheek hierin aanbrengt wordt steeds minder belangrijk gevonden, zeker als de indruk bestaat dat de bibliotheek slechts een deel van alle beschikbare content ordent en toegankelijk maakt.’


Bron afbeelding: janpauls.blogspot.com (22/05/2009)

Ontnuchterend misschien, maar ook bevrijdend. ‘Bibliotheken moeten bezig zijn met relevantie. … Dat wil zeggen : echt luisteren naar je klanten , constant in dialoog zijn met je (potentiële) gebruikers over wat zij verlangen’ (Bart Janssen in ‘Biblitotheekblad 14, 2009).
Daarin schuilt de kracht van Library Thing : ga als bibliotheek interactief om met je mensen. Hoe? Ook hier citeer ik Bart Janssen in hetzelfde tijdschrift: ‘Als bibliotheken hebben we al, als één van de weinige publieke voorzieningen, goed laagdrempelig contact met onze gemeenschap én we hebben expertise op het gebied van het toegankelijk maken van informatie. Het enige dat dan nodig is, is die twee sterke punten op plaatselijk niveau samen te brengen. De bibliotheek zou daarbij een rol kunnen spelen door mensen de vaardigheden aan te leren om eigen content te produceren, te ordenen en te delen met anderen in hun gemeenschap. De bibliotheek moet zich steeds meer richten op het leggen van verbindingen tussen mensen, als social matchmaker op het gebied van informatie’.
Library Thing is hierin een prima intermediair.

maandag 2 november 2009

Facebook: in your face

Ik geef het toe, ik ben al maanden op Facebook.
Ik ben ook jong geweest (ja toch!) en ik ken dus het gevoel van een prille ruzie die eindigde in: ‘Zullen we vrienden worden?’. Een ‘wiedergutmachung’ die altijd overkwam als mosterd na de maaltijd en nooit lang duurde.
En zo kijk ik naar Facebook, een multitude aan virtuele ‘vrienden’, die bloeien als kool rond verkiezingstijd. Hoeveel ‘vrienden’ heeft een bekend politicus dan niet op Facebook. Een politicus die niet ‘op Facebook is’, is niet mee met zijn tijd. Wie de mails behandelt wil ik misschien niet eens weten. Wat ik wel weet is dat ik dan in een databank terechtkom die mijn vermeende politieke voorkeuren in no time kan analyseren. Men geeft mij op basis van ? (lees databankanalyses) zelfs suggesties van ‘vrienden’ die ik zou moeten toevoegen.

Persoonlijk vind ik het leuk (en niet eens onozel) als mensen de hele wereld willen meedelen dat ze net in bad zijn geweest of een naaktstrand aan zee hebben bezocht (zonder foto’s want er is ook censuur) of met het zoontje naar het voetbal zijn geweest of een verjaardagscake voor grootmoeke hebben gebakken. Ik vind zulke meldingen zelfs moedig en je leert de mensen wat beter kennen, maar toch de nieuwswaarde vind ik persoonlijk gering.

En kritisch beschouwd is dit ook zo met bibliotheken. Volgend tekst trok mijn aandacht: 'Sinds kort kan je als facebookgebruiker fan worden van de Stedelijke Bibliotheek Hasselt. Gewoon zoeken op ‘bibliotheek hasselt’ is voldoende om uit te komen op de juiste pagina. De Stad Hasselt zet haar eerste stappen in de virtuele facebookwereld. " Als organisatie die de nieuwe ontwikkelingen op de voet wil volgen, ziet de bibliotheek in het hele facebookgebeuren een uitgelezen kans om haar leners op de hoogte te brengen van wat er in de bib broeit. Nieuws uit de bib kan via de nieuwe netwerken ook tot bij de niet-bibliotheekgebruiker gebracht worden", klinkt het. Allemaal correct natuurlijk, maar is het niet wat te gelikt? En klinkt het niet als een Web 2.0-missie in geschenkverpakking? En wist je dat een ‘fan’ ook een ventilator/windbuil is?

Wat niet wegneemt dat ik ook ‘fan’ ben van Bibnet en van Digitale Bibliotheek (Nederlands). Vreemd toch. Lijkt me meer nuttig als attenderingsmechanisme.Zo kom ik in no-time aan de weet wat ‘Fundels’ zijn.


Klik op het logo en volgend fragment verschijnt, schitterend toch!


Je vrienden denk ik, kies je zelf en de ‘idolatrie’ ben ik al lang voorbij. Hoewel! Op het eigenste moment luister ik op Last.fm naar Billie Holiday en smelt weg bij ‘Nice work if you can get it’. Een link met de biblioheek of louter toeval? Toch maar aansluiten bij de Billie Holiday fanclub op Facebook of beter op Last.fm dan?

Bibliotheken en facebook: ja of nee? Eén antwoord lijkt me niet gepast. Volmondig ja als het netwerk door de juiste mensen onderhouden wordt, nee als het enkel trendy bedoeld is. In dat geval is het voor de bibliotheek een koekje (cookie) van eigen deeg.

zondag 1 november 2009

Sociale muzieksites: if I only had time

Last.fm

Als muziekfreak bleef ik hier bijna ‘plakken’, mijn hart verloren, sorry dat ik wat emotioneel word. Geen academische praat nu, maar pure emoties.
De mogelijkheden zijn bijna onbegrensd. Een kwalitatief uitstekende radio (met beeldmateriaal van de betreffende artiest of groep) volledig naar jouw smaak.Weg dus met de ‘boring’ MTV-filmpjes. Wat wil je meer? En dat volledig ‘à la tête du client’. Onvoorstelbaar! (dixit….)
Kan dit? Natuurlijk: you’re not alone! Sterk dus, maar zit er ook wat in de bib?
De eerste bib die durft inschrijven op de betalende account van deze site (drie euro per maand) en dit op groot scherm durft vertonen/laten horen in de muziekafdeling heeft ongetwijfeld succes bij de uitleen. Een regeling voor het spelen van muziek in publieke ruimten zal wel te maken zijn.
De kwestie van de auteursrechten ? Eigenlijk is ‘Last fm’ één grote commerciële machine, waaronder de blockbusters van de muziekindustrie (CBS voorop) hun voordeel doen. Dit toont zich in het betalend abonnemnentssysteem (maar dat is slechts de prijs van twee boeken per jaar) en het aanbevelen van ‘downloadbare suggesties’ tegen betaling (wat kan worden beschouwd als een soort ‘nagging’), alsook in het constant presenteren van items uit de ‘backcatalogue’.



Afgezien daarvan is het een een schitterend platform (alternatief?) voor de zieltogende discotheekafdelingen van de bib. Gebruik je creativiteit!
Andere meer gebruikelijke (gratis) toepassing zou kunnen zijn: taggen van muziek, verkennen van de muziekcatalogus (uitstekende suggesties voor aanschaf) enz…
En verder is Last.fm sterk in het aanbieden van kanalen om eevoudig contact te leggen met geestesgenoten waarmee je informatie kan uitwisselen.Het attendeert je op concerten in jouw muzikale interesseveld, het is een sterk uitgebouwd sociaal netwerk op zich.
Maar let op: als 'detective' you're also spied on...



Deezer

Te delen met een aantal sociale netwerken , werkt minder ‘at random’ wat keuzemogelijkheden betreft.Maar je kan ook wel je eigen playlist samenstellen, een sociaal netwerk uitbouwen enz.
Delen met ‘vrienden’op andere sociaal newerkplatforms kan ook:

Samengevat: schitterende intiatieven ook voor ons biblios, maar wie durft?

vrijdag 30 oktober 2009

You Tube: iedereen beroemd

In handen van Google beschikt You Tube over schitterende servers. Geen haperende filmpjes dus of zoekfuncties die niet voldoen. Verstandig zoeken is wel de boodschap.
Verstandig zoeken op ‘You Tube’, are you kidding?' Toch kan het wel.
Stel: je hoort een tune op de radio, maar kent de juiste schrijfwijze van de titel van het nummer niet.

You Tube is je behulpzaam (auto-invulfunctie). Wil je de tekst, de ‘official video’, de acoustische versie, een coverversie?
Bij het zoeken (vul dus eerst iets in wat moet gezocht worden), word je ook geholpen door een bijkomende knop (deze knop wordt dan actief) ‘Geavanceerde opties’ (rechts bovenaan).
Druk hem in en je kan je zoekactie verfijnen.

Zoekmogelijkheden genoeg: hier uitgesplitst op HD-kwaliteit, video van een bepaalde lengte enz. Volledig filmpje of trailer?

Dit brengt je tot de volledige film:



Of tot de volgende trailer:



You tube: station bib

De tube is de ‘underground’, da’s bekend.Je raast in een rotvaart onder de bewoonde wereld door op weg naar…?
Gebruik de zoekfunctie. Die zoekfunctie levert op het eigenste moment voor de zoekactie ‘bibliotheek’ 2180 hits op. Maak je keuze maar besef dat je beter je keuze verfijnt: ‘bibliotheek antwerpen’ geeft 23 hits als resultaat.

Melting pot


You tube is een ‘melting pot’, een smeltkroes van zo ongeveer alles wat in videostreamformaat gratis te bekomen is. Het aanbod is dan ook gigantisch.
Een filmpje op You Tube plaatsen is immers in no-time gefixt en gratis.
De inhoud is wel niet per definitie vrij van reclamedoeleinden.
Het aanbrengen van al dan niet getagde sidelinks (kijk ook hier …) heeft een commerciële achtergrond.
De hele wereld kan meekijken, dus is de privacy snel in gevaar.
In veel gevallen zijn de filmpjes wel een uitstekende didactische tool.
Je kan wel bedenkingen hebben bij het ethisch of estetisch gehalte van sommige bijdragen.Maar voor hedendaagse bibliotheekpromotie is het een prima medium. Get on that train !

woensdag 28 oktober 2009

Pod- en screencasts: kwaliteit drijft boven


Podcasts: par excellence


Het audio-streaming gebeuren van de podcasts is zeker een mooie toepassing. Podcasts zijn zowel FBI (for broadband internet) als CIA (caught in action). Zo kwam ik op het (vooraf uitgezette) spoor terecht van VVBAD-podcasts, waar ik enkele zeer waardevolle bijdragen aan Informatie 2007 kon beluisteren. Een uitstekend initiatief van ons aller belangenvereniging! Goed opgenomen bovendien en eenvoudig te streamen.
Chapeau!
Ook radiocorifeeën als Pat Donnez en Friedl Lesage laten zich graag inblikken om streamend te worden genoten. Anytime, anywhere zolang de voorraad strekt! Kijk maar eens op www.radio1.be/podcasts en geniet.

Pump it up

Maar let wel op: een radioprogramma van een uur neemt ongeveer 40 Mb ruimte van je harde schijf in beslag. Dit wordt uiteraard meeopgenomen in je maandelijks volume van je dataverkeer.

Wat niet wegneemt (en nu zitten we dichter bij ons bibliotheekhuis) dat een ‘lekker ouderwets’ hoorspel niet zijn mérites verdient in het podcastgebeuren. De blog hoorspel.wordpress.com leidt je rond in de materie en ook bij www.hoorspel.com kan je terecht.


De bomen en het bos

Via een site als Podomatic http://www.podomatic.com/directory vind je een overload aan podcasts. Geen nood, de zoekfunctie helpt je wel. Zo kan je eenvoudig de bibliotheekbijdragen van de Bibliotheek Wetteren opvragen (zoek op ‘Wetteren’) of meer uitgebreid (zoek op ‘library’) en bekom maar liefst meer dan duizend hits.
Ook http:// www.podcasting .be geeft een mooi overzicht in categorieën.
Een overzichtje vind je ook op http://www.journalinks.be/, selecteer het item ‘Podcasts’. Klik door en zo beluister je snel de krant (De Standaard Podcast).http://standaard.typepad.com/dsopodcast/.

Interesse in geschiedenis? De geschiedenissite van de VPRO biedt je een rits aan audiostreams aan. De adressen vind je via http://geschiedenis.vpro.nl/info/23046109/.

Zelf een podcast maken als bibliotheek? Waarom niet, zolang je ‘homemade’ product maar voldoet aan de nodige kwaliteitsvereisten, want ‘the standards are high’.



Screencasts: je presentatie spat van het scherm

Uiteraard zijn screencasts goed inzetbaar voor didactische doeleinden of het gaat om een virtuele biblitoheek(opac)-introductie of om een puur lesgebeuren, maakt niet zoveel uit.
Maar let op: ze mogen nooit saai worden, de instructiefilmpjes ‘X in plain English’ zijn zeer goed en kunnen dus wel als model dienen vind ik.
Samengevat: een goede screencast vergt toch wel wat professionaliteit en didactische inzichten, maar mits deze voldoet aan de nodige basisvereisten is het een ideaal medium voor ‘mobile learning’, 'anyplace, anytime’ als de ontvanger beschikt over de geschikte infrastructuur.
Een ideetje voor bibliotheekopleidingen?

dinsdag 27 oktober 2009

Chat en Twitter: de wereld aan je voeten


Geheime kamers


Chat is een intussen bekend en aanvaard medium. Toch heeft het iets geheimzinnig: werken met een nickname, spieken en rode oortjes halen in geheime chatrooms, halve en hele waarheden uitwisselen één op één, verliefd worden , maar bovenal mits goed gebruik is het ook zeer nuttig. Een afspraak op het laatste moment, een gedachtenwisseling right-in-time, het kan.

Het niveau haalt dikwijls niet de bodemlimiet die we in bibliotheken hanteren: onder-en bovengrens weet je wel en toch is het een nuttig medium voor wie er goed mee omgaat.

Zo kan je online alles te weten komen op je al dan niet urgente vraag via al@din.bibliotheek.nl, de persoonlijke vragendienst van de openbare bibliotheken in Nederland en chat je dan rechtstreeks met ‘de bibliothecaris van dienst’. Ook de rijksuniversiteit van Groningen of de universiteit van Leiden kan je bijvoorbeeld al chattend bereiken.Een eerstelijnsservice dus, maar ook ‘dust in the wind’ (zo vluchtig). Al@din lost dat dan weer mooi op met ‘de vraag van de week’, waarin bijvoorbeeld informatie wordt gegeven over ‘De Mexicaanse griep’. U, de gebruiker, stelt een voor iedereen nuttige vraag en de bibliotheek geeft het antwoord en iedereen kan meelezen. Slim gezien!

Maar ook is chatten een basisvoorziening geworden in de bibliotheken zelf. Bibliotheken leveren de hardware en de breedbandverbinding aan. Over wat en hoe er precies inhoudelijk wordt gecommuniceerd kunnen hele dissertaties over ‘netiquette’ worden gepubliceerd, het ontsnapt toch telkens aan onze controle. Bibliotheken dienen zich hier collectief over te beraden. In grootsteden zijn computerunits binnen bibliotheken vaak verzamelplaatsen voor hangjongeren. De meeste bibliotheken weten er uiteindelijk zeer goed mee om te gaan, maar het spanningveld tussen vrijheid van informatiegaring en -verspreiding en privacy is niet eenvoudig via een regelgeving te neutraliseren.

Chatrooms blijven vaak ‘Microsoft (Hush)rooms’ of kort ‘Mushrooms’, paddestoelen dus waar giftige exemplaren naast zeer voedzame floreren. De vraag is ‘herkent u ze op zicht’?


Bron foto:

http://www.freewebs.com/spikemcruffy/Trippy%20Shrooms%20%28Digital%20Blasphemy%29%281%29.jpg


Follow me

De idee van verleiden en verleid worden is niet nieuw. Volgende tekst uit 'Follow me' van Amanda Lear (was hij/zij vrouw of man?) zegt genoeg ... 'Unbelievable maybe You have a new identity. For a second of vanity I want to change your destiny. Unbelievable maybe. Follow me Follow me. I'll give you antything you want. Your wish is my command if you agree to follow me.'

Een beetje de idee van Twitter natuurlijk, just follow me .... en je wensen worden werkelijkheid. Dat kan (vaak) leiden tot platgetreden paden natuurlijk.

Het is anderzijds wel een uitstekende marketingtool voor bibliothecarissen. Wij verleiden de klant met het aanbieden van op maat gesneden informatielinks en het staat hem vrij ervan gebruik te maken.

En via Twitter maak je ook al snel reclame voor je uitbreidingsactiviteiten: lezingen, boekverkoop, wijzigingen in de bib (openingsuren, opstelling, aanschaf enz.), mogelijkheden legio.

En dan volgt uiteraard de terechte kritiek: ' the essence of Twitter is conversation. Libraries however tend to use it as a broacast mechanism'.

(http://www.infotoday.com/cilmag/may09/milstein.shtml)

Maar hoe schijnbaar ongelimiteerd het er op internet aan toe gaat, toch ligt er altijd een verbod op de loer.

Zie: 'Twitteren mag niet meer van Disney'.


http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur%2Ben%2Bmedia/film/1.619125

of: 'Politie laat Twitterbericht schrappen'

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur%2Ben%2Bmedia/media/091015_Twiiter

woensdag 7 oktober 2009

Google Docs en Wikis: eenheid in verscheidenheid


Google Docs


Wat hebben een museum en een archief met elkaar gemeen? Buiten het feit dat er verschillende mengvormen mogelijk zijn: archiefmuseum en museumarchief bijvoorbeeld en dat beiden behoren tot de groep van erfgoedbewaarders, op het eerste gezicht niet zo bijster veel.
En toch werken ze samen via Google Docs.
Wij gebruiken de tekstverwerker om online reservaties bij te houden die of via de archiefdiensten of via één van de musea binnenlopen:


De voordelen zijn vanzelfsprekend: iedere medewerker kan, mits hij beschikt over een G-Mail account, eenvoudig op de applicatie inloggen en ‘in real time’ controleren of er nog ruimte is om nieuwe deelnemers toe te voegen aan een bepaalde museumactiviteit, wat de laatste stand van zaken is in verband met een bepaalde inschrijving, de gegevens opvragen inherent aan de inschrijving (inschrijvingsgeld, locatie, uur van aanvang enzovoorts).
Groot voordeel is dat dit kan ‘anytime, anywhere’.
Ieder die ideeën heeft of vragen heeft over deze activiteit kan dit via dit forum kenbaar maken.

Mits correct ingevuld is de informatie altijd actueel. De opsteller of moderator van het document kan vanzelfsprekend ‘just in time’ consulteren of een activiteit al dan niet overbooked is, of het nuttig is ze te annuleren wegens ‘underbooking’, wie welke inschrijving heeft gerealiseerd enzovoort.
Responsablisering is dus makkelijk.
Omslachtige e-mailverzending met versiebeheer wordt hier slim vermeden.
Meer algemeen kan men Google Docs aanwenden voor zowel tekstverwerking, spreadsheets als voor presentaties. Snel wisselen tussen applicaties is een peuleschil, opleuken via een templategallery evenzeer en G-Mail en alle andere Google-projecten zijn interfacegewijs met één muisklik te bereiken.

Misschien was het bedoeling van de Googlemensen om Microsoft een uppercut van jewelste te bezorgen. Of de softwaregigant uit Richmond hiermee in de touwen ligt, valt te betwijfelen. Minpuntjes van het systeem zijn de beperkte mogelijkheden tot het bewaken van de privacy en de veiligheidsvraag die zich stelt bij het bewaren van het materiaal op externe servers (want normaal gesproken zijn het online toepassingen). Bovendien vergt het gebruik van eenzelfde document door verschillende mensen een grote mate van vertrouwen.

Wiki’s: B2B

Wiki’s zijn hypertext-gerelateerd en via browserpagina’s te consulteren.
Wiki’s kunnen ontsporen door gebrek aan centrale controle.
Wiki’s vind ik een ‘honingraatstructuur’ hebben, met de ontwerper, stichter en publicist als ‘bijenkoningin’ , waarbij ijverige darren en werksters materiaal aanbrengen.
Wiki’s zijn meer een ‘community’ gebeuren dan Google Docs.

Bron afbeelding:
http://semanticstudios.com/publications/semantics/images/honeycombbig.jpg

Eindredactie van de ingebrachte stukken blijft een punt van voortdurende aandacht.
Het vrijwilligersaspect maakt dat het afwijzen van inbreng een teer punt is.

Read all about it

In het vakgebied geeft volgende wiki een antwoord op deze vraag: 'Hoe en waarom ben jij eigenlijk in wereld van bibliotheken terecht gekomen?'.

Deze vragen stelden een aantal Britse bibliothecarissen ook aan elkaar en besloten daar Het Library Routes project met bijbehorende wiki van te maken.

En: petje af voor een wikiproject als wikipedia die in no-time uitgroeide tot de grootste encyclopedie ter wereld!

zaterdag 3 oktober 2009

Delicious: it's only words

COOL

Fergie (Black Eyed Peas) is bi. Fergie is hot. Fergie is Fergalicous. en dus ook ‘so delicious'.

Miljoenen mensen komen kijken en 'delicious.com' beheerst het net als Fergie allemaal heel cool. In de woorden van Fergie: ‘I got reasons why I tease ‘em, boys just come and go like seasons’.

Bibliotheekmensen weten het zeer goed: ‘don’t judge a book by its cover’ en dat geldt ook voor delcious.

Don't_judge_a_book

De verpakking is zo aantrekkelijk: bookmark een url en je krijgt ‘in geschenkverpakking’ een aantal trefwoorden in dezelfde semantische sfeer aangeboden. Social bookmarking want je bent niet alleen, je belandt gelijk in een clubje van geestesgenoten.

SENSES WORKING OVERTIME

Voor die geestesgenoten leg je 'tags', richtingaanwijzende trefwoorden, klaar. Volg het spoor van de broodkruimel en je bent zo uit het bos. Alleen ligt het cyberbos vol broodkruimels die allemaal nieuwe wegen aangeven. ‘Senses working overtime’, want elke nieuwe route kent een nieuw verhaal. Dan maar de weg vragen.

Praatjes vullen geen gaatjes, maar een praatje maken onderweg in het cyberbos kan geen kwaad natuurlijk.

Ik pleit ervoor dat je je bijdrage aanvult met (in gedachten) een top 3 van voor jou belangrijke tags.

Misschien (wie weet) vind je inspiratie in deze account: http://delicious.com/ipenima

Zo word je niet alleen een beetje ouder maar ook een beetje wijzer.

1_2_3

MISSION IMPOSSIBLE

En er is ook nog het probleem van de geloofwaardigheid. Wie bepaalt hoe goed je cybergenoot heeft getagd? Hoe sterk het de ‘us’-stempel draagt (united states, maar ook us), hoe waardevol de tag is? Misschien voel je er meer voor om hem meteen te del(eten) en hoeveel ‘I’ (am the one and only) is er in die tagging geslopen en hoeveel co(mpany)belangen?

Maar los van deze bedenkingen blijft het een schitterende gratis tool die ook nog gelijkgezinden matcht.

woensdag 30 september 2009

Web 2.0 en bibliotheken: een tweesnijdend zwaard

  • Pro's: to bib or not to bib

Web 2.0 laat de gebruikers kiezen of ze al dan niet audio-, video- of tekstmateriaal willen aanleveren en heeft geen zeggenschap over de intenties waarmee dat gebeurt.

Krijgen de mensen daardoor voeling met de bibliotheek?

Niet noodzakelijk.


Het is goed dat de bibliotheek zelf content genereert en dan daarover in sociale interactie gaat met de gebruiker. Ook een tussenoplossing, waarbij een goed werkende blog met uitstekende bibliotheekverwante content wordt opgenomen in de Web 2.0-werking van een bibliotheek kan natuurlijk ook.


Web 2.0 versterkt de sociale cohesie in het biblitotheeklandschap:meer openheid, collega's delen meningen, geven inzichten vrij, communiceren.


Web 2.0 is in het beste geval:

    • Hét instrument voor e-marketing.
    • De verspreider van het imago (= reputatie) van de bibliotheek.
    • Ingebed in een erfgoedomgeving.
    • Zuurstof voor de biblitoheek (de ramen open, en ja dan vinden sommigen dat het tocht!).
    • De grootste gemene deler tussen GBDI-partners.
    • Een opportuniteit: het samenbrengen van partners in de GBBI-wereld.
    • Een doorbraak van het hiërarchische patroon tussen kleine en grote partners in de BDI-wereld (socialize it, equalize it).
    • Een opeenstapeling van goed bedoelde initiatieven.
    • Drempelverlagend: rechtstreeks contact mogelijk tussen bib en klant.

Bron: librarywebquest.pbworks.com
  • Wolfsijzers en schietgeweren:
    • Paradox: archief voorloper van het gebruik van Flickr (een concurrent of een lichtend voorbeeld?).
    • Het internet: dé conucurrent (Wat ons niet doodt, maakt ons sterker) (Nietzsche) (Get on the bus, Gus, make a new plan, Stan).
    • Web 2.0 is ook een wildgroei aan berichten en meningen.
    • Wie over geen internet beschikt is geen partner of participant., speelt niet mee.

donderdag 24 september 2009

Freeze Frame: Flickr in de mangel

De kers op de taart

Flickr en zijn mash-ups zijn mooie tools om stilstaande momentopnamen te maken van onze bibliotheekwerking in al zijn aspecten, de bibliotheek te verkopen als product.
Intern:
• De inrichters van bibliotheekuitbreidingsactiviteiten zetten hun activitet verder via een veelgeconsulteerd platform, wat een grote boost geeft aan hun motivatie en dient als erkenning.
• Tegenover locale beleidsmensen en leden van het beheersorgaan is het een hele opsteker dat ‘hun bibliotheek’ op Flickr is.
Extern:
• Je kan je voorstellen dat heel wat eerder toevallige bezoekers op Flickr geattendeerd worden op onze bibliotheek (activiteiten).
• Het heeft veel weg van gratis publiciteit op een drager die in elke huiskamer te ontvangen is, een niet te onderschatten voordeel!



Kwetsbaar

De bedreiging bestaat erin dat we op een ‘naakte manier’ de zwakte van ons systeem tonen.
Is dat alles wat jullie te bieden hebben vraagt de niet-bibliotheekminded webbezoeker zich af?
Het imago van de bibliotheek met zijn associaties stoffig, introvert, wetenschappelijk wordt er soms enkel door versterkt.
Flickr fungeert als een trechter: wie door het brede rand kijkt wordt geleid naar één gefocust beeld . Is dit onvoldoende leuk of interessant dan is de webbezoeker weg.
Slagen we er echter in de webgebruiker te laten kijken door het smalle oog van de trechter, dan wordt zijn blik ruimer en ziet hij bibliotheekmomenta in een ruimer verband.
Of met andere woorden als de foto’s voldoende interesse kunnen opwekken bij de kijker dan wil hij meer. Foto’s moeten mensen op ideeën brengen, verrassen, inspireren en boeien en dan zijn we op de goede weg. Toon foto's waar mensen zich betrokken bij voelen. Denk aan de lagere schoolklasjes en lagere voetbalteams die in de weekendeditie van de kranten verschijnen. De mensen willen weten: staat mijn kind op de foto?




Kansen: creativitet is het antwoord


Een biblitoheek kan via slimme foto’s delen van hun marketingaspecten in the picture plaatsen (frontale plaatsing vande collectie, architecturale vondsten in het bibliotheekontwerp die de bibliotheek naar voren brengen als ontmoetingsplaats, gezelligheidsmomenten in de bibliotheek, samenwerkingsactiviteiten met academie, cultuurcentrum of scholen) en zo een breedforumuitstraling genereren. ‘Accentuate the positive ‘, een megahit!

De bibliotheek als geheel (meer dan alleen maar boeken) kan in beeld worden gebracht. Mensen krijgen op die manier een vollediger kijk op wat de bibliotheek is (bijvoorbeeld met leestuin, leescafé enzovoort). Veel uitleg is hierbij niet nodig. De coherentie van de bibliotheek wordt mooi (bijna in stripvorm) gepresenteerd.
Bovenlokale producten (als het logo ‘De Bib van A tot Z’) kunnen worden gefocust.

woensdag 23 september 2009

Flickr: the old and the young

Bloedloos

‘Every picture tells a story’, een album van Rod Stewart, de titel ‘says it all’.
Een foto vertelt dus een verhaal. Is het verhaal geloofwaardig? Of verdringt ‘the medium’ ‘the message’? Op het geciteerde album stelt Rod the Mod zelf de kwestie aan de kaak in de song ‘Reason to believe’. Geloofwaardigheid, credibility, desnoods street-credibilty, mag ik het zo stellen ‘ballen’, dat is wat onze bibliotheekfoto’s missen.
‘De bibliotheek moet adequaat inspelen op de eigentijdse bewegingen in de informatiesector, want alleen een bibliotheek die de polsslag van de 21ste eeuw aanvoelt, heeft toekomst. ‘, mooie woorden van de chef-redacteur van het Nederlandse Bibliotheekblad. Maar hij voegt er wel aan toe dat het om bewegingen gaat die blijvend hun stempel (zullen) drukken op de bedrijfsvoering van onze instelling. Naar mijn gevoel hoort Flickr hier niet bij.
Toch probeerde ik het tij nog te keren, oordeel zelf:

http://www.flickr.com/photos/42912800@N08/sets/

Omwille van publicatierechten allerhande tonen Flickrfoto’s in bibliotheken bij voorkeur geen levende mensen, stel je voor! (Hersen) celmaterie voor bibliothecarissen. Wie redt daar een sector mee?




Publiek vangnet


Het is bekend dat je je lege blikjes niet op de openbare weg kwijt kunt. Om ze op te vangen zijn er langs de wegen grootmazige vangnettten geplaatst die de leuke naam meekregen ‘blikvanger’. De blikvangers worden door deskundige diensten geleegd en na recyclage vormen vele nutteloze blikjes samen een stevige zitbank. Dat is mijns insziens het nut van Flickr, het zorgt voor recyclage van voorheen vergeten of nutteloos materiaal. De focus ligt niet op ons, een navelstaarderig ‘kijk ons eens’, leuk de bibliothecaris en zijn personeel die een verhuizing organiseren bijvoorbeeld, of ons nieuwe bibliotheekgebouw (de verf is nog niet droog!). Het aantal mensen die in onze trots willen delen, is ongetwijfeld gering. Flickr is veel meer dan het huis-tuin-en-keuken gereedschap van de fotograaf-hobbyist (al dan niet aan de bibliotheek verbonden). Flickr is een geweldig medium om bijvoorbeeld oude archieffoto’s van diverse oorsprong uit beeldbanken publiekelijk te commentariëren. Dat geeft meerwaarde en betrokkenheid. Zijn wij niet publieksgericht?

donderdag 10 september 2009

RSS: Recht op simpel saven

Informatie via RSS is pas interessant als je er als vermeende eerste de hand kan op leggen en dan … spread the news around. Iedere ontvanger is dan de aansteker van een nieuwe reeks berichtjes , een knetterende kettingreeks van gedachten, telkens ingebed in een andere geestesomgeving.

En daarin schuilt naast de genialiteit van de idee ook het gevaar. Ieder bunkert zich een eiland vol weetjes en hamstert zich gigabytes aan informatie-overload.

Daarom vind ik het spaarzaam en kritisch gebruik van RSS-feeds een zegen. Natuurlijk willen we allemaal informatie ‘straight from the horses mouth’. Een RSS-feed kan daartoe wel een uitstekend hulpmiddel zijn. Maar ook een leuk opiniestukje of een heldere samenvatting kunnen ons aangenaam verrassen.






Ik pleit er ook voor bij gebruik van RSS dubbele posting via nieuwsbrieven te vermijden. Ieder van ons ontving wel eens een leuke powerpoint van een vriend(in). Als je dezelfde posting dubbel krijgt, is de lol er snel af.


Bepaal je eigen RSS-omgeving, laat je niet inpakken.

Information overload wordt al gauw ‘boring’, als bij een kind dat teveel speeltjes bij zich krijgt en niet weet welke eerste te kiezen.

Spelen is kiezen en eigen inbreng toevoegen.

maandag 7 september 2009

Zoek de 23 verschillen

“Anyone who has never made a mistake has never tried anything new”schreef Albert Einstein.
Dus dacht ik ,de grote meester indachtig, eens iets nieuws proberen.
Zo kwam ik uit bij KallOut.
How to? Simpel slepen en zoeken in één, dat is how to.
Eerst installeren natuurlijk en dan hoef je slechts met de muis over de online tekst te gaan of te dubbelklikken en het kleine Kallout-venstertje verschijnt.





De aangeboden zoekmogelijkheden zijn nu gigantisch.
Blijven we even bij de beroemde kernfysicus.
“The only real valuable thing is intuition.”, dus maar verder met ons aanvoelen.
Klik op het venstertje en doorzoek in één beweging gigantische zoekmachines en encyclopedieën.













In de indrukwekkende lijst vind je ondermeer de zoekmachine Mahalo.
Let intuition speak.
De homepage van Mahalo vertelt ons meer over onze gezochte wetenschapper, geeft namelijk de belangrijke bronnen weer (als link),handig!